Voor
de
bakker
Stel je eens voor dat je heerlijk slentert door de straatjes van het historische havenstadje Medemblik. Terwijl je net de prachtige oude gevels bewondert, slaan ineens je zintuigen op hol. Je raakt betoverd door de geur van warme, verse broodjes en andere lekkernijen. Zonder erbij na te denken volg je je neus en sta je voor het pand van ‘Bakkerijmuseum De Oude Bakkerij.’ Zodra je de deur opent, ga je zo’n zestig jaar terug in de tijd. Je staat te midden van een echte ouderwetse snoepwinkel en verwonderd kijk je om je heen. Op de toonbank liggen de heerlijkste bonbons uitgestald en snoepgoed in alle kleuren van de regenboog, zoals je al heel lang niet meer hebt gezien.
Het water loopt je in je mond bij de aanblik van zoveel lekkers. Een klein stukje doorlopen en je wandelt de geschiedenis van het bakkersbestaan binnen, steeds verder terug in de tijd. “Handen op je rug, anders krijg je een draai om de oren!”, lacht Theo Spil. Een beetje streng moet je hier ook wel zijn, aangezien 40% van de bezoekers uit kinderen bestaat.
In 1985 openden Theo en Ans Spil in een klein pandje het Bakkerijmuseum. De vader van Ans had haar een grote verzameling bakkersspullen nagelaten. Vier jaar later verhuisden ze naar een groter pand. In de negentiende eeuw stond er een bakkerij in de Nieuwstraat. Het gerucht gaat dat er brand uitbrak en dat de bakkersvrouw in paniek de bakkerij uit rende, in de gracht sprong en verdronk. In de eenentwintigste eeuw staat op diezelfde plek nu het oude en grootste Bakkerijmuseum van Nederland.
Theo maakt samen met kinderen koekjes, terwijl hij praat over vroeger. Als kers op de taart mogen de kinderen hun zelfgemaakte koekjes versieren met marsepein. De geur van het verse deeg doet je denken aan vroeger. De tijd dat je moeder overheerlijke appeltaarten bakte en jij ondertussen stiekem het deeg opat. “Wil je van het deeg proeven?”, vraagt Theo. Ja natuurlijk, die kans laat je je niet ontnemen. Met de heerlijke smaak van het deeg in je mond ga je verder op verkenningstocht in dit museum.
Verwonderd kijk je naar de grote hoeveelheid kunst die aan de muur wordt tentoongesteld. Ieder voorwerp staat in relatie tot de bakker en zijn handwerk. De verhalen achter de bakkersspullen in het museum worden stuk voor stuk uitgelicht, zodat je exact weet waar het voor dient. Workshops worden hier ook gegeven. Van cacao schilderen, suikertrekken tot gewoon lekker zelf brood bakken. De enthousiaste reacties hierop zijn de drijfveer voor de familie Spil en haar vijfentachtig vrijwilligers.
De zoon van Theo en Ans, Jacco, werkt al sinds zijn jonge jaren mee in het Bakkerijmuseum en voelt zich hier als een vis in het water. Toen hij dertien jaar was en zijn zussen in klederdracht in de winkel hielpen, schaamde hij zich wel een beetje. Gelukkig ontsprong hij de dans en mocht hij gewoon in zijn eigen kleding in de winkel staan.
Jacco heeft de kunstacademie gedaan en heeft zich de kunst van het schilderen met cacao aangeleerd. De opa van Jacco maakte eveneens cacaoschilderijen. Een bijzondere toevoeging aan het museum. De appel valt dus niet ver van de boom. Jacco vindt het leuk om van bestaande foto’s cacaoschilderingen te maken. Hij houdt wel van een beetje drama. Dus niet alleen een oppervlakkig plaatje, maar een plaatje met een verhaal erachter. Emoties zijn volgens hem bijvoorbeeld een goede drijfveer om creatief te zijn. Deze schilderingen moeten wel bijgehouden worden, want cacaoschilderijen zijn vergankelijk. Op een bepaald moment moeten ze worden weggegooid. Cacao gaat kristalliseren, waardoor er een witte uitslag ontstaat. Jacco: “Als ik er niet meer ben, is dit er ook niet meer. Ik neem het mee mijn graf in.”
Met een voldaan gevoel neem je afscheid van het Bakkerijmuseum. Je stapt de deur uit en het heden in.
Op weg naar een volgende bijzondere locatie in dit mooie Westfriesland.