Passie
voor de
pieper
Al heel vroeg in de ochtend in het prille voorjaar, als de dauw nog als een deken boven de koude grond hangt en heel West-Friesland nog op één oor ligt, gaan in Opperdoes en omgeving de lampen in huis al aan. Bewapend met een greep en een aardappelkistje zakken jong en oud door hun knieën, om de grootste schat van Opperdoes met uiterste voorzichtigheid uit de aarde te graven. Kruipend wordt het aardappelkistje meegesleept over het land, net zolang tot deze vol zit en men weer met goede moed aan de volgende regel begint. Langzaam ontwaakt de wereld. De auto's rijden langs de dijk en de vissers met hun bootjes varen rustig en tevreden in de dijkgracht in de hoop een vis te vangen. Veel tijd om hier aandacht aan te schenken, hebben de rooiers niet. Aan het eind van de dag, als de buit binnen is, worden alle kistjes op een platte wagen geladen en heel zorgvuldig van het land gereden. De eerste Opperdoezer Ronde zijn een feit en vanuit hier vindt ieder aardappeltje zijn weg naar de supermarkten, winkeltjes of gewoon op de ouderwetse manier: in een kistje langs de weg, waar deze smaakvolle pieper in talloze variaties belandt op jouw bord.
De aardappel kent een lange geschiedenis en is inmiddels wereldberoemd, maar aanvankelijk had de aardappel een moeizame start.
Toen men in de zestiende eeuw erachter kwam dat de aardappel in vrijwel ieder klimaat groeide en gemakkelijk te verbouwen was, zou de aardappel dé oplossing zijn voor de vele hongersnoden in Europa. De mensen vonden de aardappel echter smakeloos en hadden in die tijd waarschijnlijk geen flauw benul wat je allemaal met een pieper kon doen.
Twee eeuwen later werd de aardappel voornamelijk gebruikt als varkensvoer en voedsel voor de armen. In de negentiende eeuw kreeg de aardappel dan eindelijk zijn verdiende erkenning en was jarenlang zelfs niet meer weg te denken uit onze keuken. De traditionele Nederlandse keuken bestond dan ook voornamelijk uit aardappels, zoals onze stamppotten en gewoon een stukje vlees, groenten en jawel, aardappels met jus.
Maar als je nu denkt dat een aardappel altijd gewoon een aardappel is, dan heb je het mis! Je hebt namelijk aardappels én je hebt de Opperdoezer Ronde.
De Opperdoezer Ronde is een ambachtelijke aardappel die onmiskenbaar is dankzij zijn ovaalronde vorm en een kwetsbare, gele schil. Ondanks dat de Opperdoezer Ronde een aardappelras is dat uitsluitend verbouwd wordt in de zavelrijke grond van het Westfriese dorpje Opperdoes, kent dit piepertje landelijke bekendheid en dit is niet voor niets. Dit culinaire krieltje, per toeval ontdekt rond 1865, wordt namelijk door fijnproevers een heuse delicatesse genoemd. De tijd dat de aardappel voornamelijk gekookt of gebakken werd, is allang passé. Van Nederlandse huishoudens tot chef-koks en zelfs door het Koninklijk Huis, wordt dit rijk aan vitaminen, fijne piepertje geprezen. Dit is mede dankzij zijn lage zetmeelgehalte, de romige smaak en de veelzijdigheid van hetgeen je ermee kunt doen.
Koos Zwaan, een jonge teler uit Opperdoes, kent de veelzijdigheid van de lokale aardaardappel als geen ander. Dit is hem letterlijk en figuurlijk met de (pap)lepel ingegoten. Net als zijn opa en zijn vader, draagt ook Koos deze bijzondere aardappel een warm hart toe. Naast teler zit Koos, net als alle andere telers, in de telersvereniging om onder andere de bescherming van de Opperdoezer Ronde te kunnen waarborgen.
Koos: 'In de zomermaanden is het hard werken. Meer dan twaalf uur op een dag is dan zeker geen uitzondering. Het is fantastisch om te zien hoe deze rondjes met zoveel liefde worden gekweekt. Het begint bij het poten medio maart en iedere keer weer realiseer je dat je met een mooi product bezig bent. Opperdoezer Ronde kunnen, in tegenstelling tot andere aardappelen die vaak minimaal vier maanden nodig hebben, negen weken later al gerooid worden. Dan zie je de uitgestrekte groene velden met mooie planten en ja, dan ben ik heel trots. Trots dat we weer een prachtig ambachtelijk aardappeltje kunnen aanbieden. De grond, de smaak en de ambacht. Daar gaat het allemaal om.'
Dat rooien gebeurt dus allemaal zorgvuldig met de hand. Het schilletje van deze pieper is heel fragiel en mag natuurlijk niet kapot gaan. Voordeel van een fragiel schilletje merk je terug in de keuken als je de Opperdoezer Ronde bijvoorbeeld kookt. Even laten weken en de schil is er zo vanaf. Of gewoon met schil en al eten, dat is ook heel smakelijk en scheelt een hoop "piepers schrappen".
Naast het telen van de Opperdoezer Ronde, zet Koos zich ook sinds een jaar of twee met veel liefde en passie in om dit unieke aardappeltje op de kaart te zetten en dat valt niet altijd mee.
Koos: 'Dat in Nederlandse huishoudens voornamelijk Nederlandse traditionele gerechten gegeten worden met de aardappel in de hoofdrol, is inmiddels achterhaald. Er is tegenwoordig zoveel te krijgen en zoveel variatie op het menu, dat de pieper een beetje verwaterd is. Als promotor van de Opperdoezer Ronde moet ik mij in deze tijd nog harder inzetten voor de aardappel. Daarbij maak ik veel gebruik van social media en is het belangrijk een uitstekend contact te onderhouden met de supermarkten. Ook zijn we een aantal keer in verschillende tv-programma's geweest, wat natuurlijk goed voor de promotie en erg leuk is.
Bovendien is de agrarische sector een kwetsbare branche. Naast het feit dat het keihard werken is, is er vaak geen opvolging en worden bedrijven niet overgenomen en dat is doodzonde.'
Toch heeft de Opperdoezer Ronde het niet moeilijk. Het pittoreske plaatsje Opperdoes teelt maar liefst twee miljoen aardappeltjes per jaar. Dat is een heleboel en dat is maar goed ook, want dit eigenzinnige aardappeltje met een beschermde status moet zeer zeker gekoesterd worden.
Koos hoopt dat de aardappel van gezin op gezin wordt doorgegeven, in welke variatie dan ook. 'Dan hebben wij ook een mooi bestaan', aldus Koos Zwaan.
En hoe hij zelf het rondje het liefst eet? Gewoon koken en dan lekker dopen in een kommetje met warme roomboter. Zo simpel kan het zijn.